Dieren geofferd, dieren bevrijd

15 mei 2015 - Melaka, Maleisië

Zaterdag 2 mei:
Omdat ik al vroeg in slaap viel werd ik ook al om 5.30 wakker. Ik stond op om naar de wc te gaan. Omdat de wc buiten is had ik mijn kleren en slippers ook al aan en besloot ik meteen maar even de zonsopkomst te bekijken. Mooi uitzicht over de rijstvelden, maar de stad Rantepao is al nauwelijks zichtbaar door de wolken en de dauw. Toen ik terug kwam was Fernandes ook al wakker en gingen we 'joggen'. Dat werd al snel wandelen tussen de afgelegen dorpjes in de bergen. We zagen de kippen, buffels en mensen, die al vroeg begonnen met werken, ontwaken. Ook kinderen zijn op de zaterdagochtend voor 7 uur al in de weer. Kleuters met snotneuzen en scherpe messen snoeien het gras waarmee ze de buffels voeren. Andere kindjes worden alleen gelaten terwijl ze de buffel uitlaten. De grotere broer heeft een groter mes en kapts bamboe. Horen ze op dit tijdstip geen tekenfilms te kijken? Ander ochtendritueel dan ik vroeger had. In een van de dorpjes was een begraafplaats. Weer zag ik kisten in een grot en dit keer ook een grote boom. In holtes van deze boom worden overleden babys gestopt. Deze holtes zullen dichtgroeien en de babys zullen de boom een nieuw leven geven.

In dezelfde ochtend gingen we terug naar Rantepao. Daar troffen we Yudhi en verbleef ik met hem in een hotel terwijl Fernandes terug naar huis moest. We aten wat en kochten palmwijn op de markt. Later zou ook Loic, van de boot naar Makassar, in ons hostel aankomen. In de namiddag en de avond bleven we binnen vanwege de dagelijkse regenbui.

Zondag werd ik met een slecht gevoel wakker. Ik sliep ook nauwelijks omdat ik het meerendeel van de nacht boven de wc hing. Of het de palmwijn of het eten was weet ik niet, maar die dag wilde ik niets anders dan slapen. Dat deed ik, nadat ik met Loic en Yudhi verhuisde naar een goedkoper hotel. Ik at die dag niets en sliep om uit te zieken. 

Maandag ging het gelukkig weer beter en we bezochten datgene waarvoor ik naar Tana Toraja gekomen ben: een traditionele begrafenis. De overleden vrouw leeft al 2 jaar niet meer en eindelijk hadden de betrokken families genoeg buffels voor een goed hiernamaals. Rond de 20 buffels waren de binnenplaats opgebracht vandaag, Maar dit was al dag 3 van de 6-daagse ceremonie, dus een aantal buffels is al gesneuveld. Het duurde lang voordat er iets gebeurde, want de verdeling van de buffels verliep oneerlijk. Het vlees van de dieren wordt verdeeld over families, dorpen en de kerk. De verdeling veranderde ter plekke en de gedupeerde die een kleinere buffel aangeboden kreeg werd boos. Er ontstond een familie ruzie, schijnbaar allemaal deel van de traditie, maar erg ongemakkelijk om bij te staan als 'toerist'. Intussen werden de buffels genummerd en behandeld als nummertjes. Kindjes slaan de imposante dieren op hun kont en pubers oefenen met een denkbeeldig mes hoe ze er een de keel moeten doorsnijden. Het duurde allemaal lang en Loic en ik voelde ons niet helemaal op onze plek. We gingen het dorp in voor een snel ontbijtje dat we hadden overgeslagen. Yudhi bleef achter. We aten snel en konden binnen 30 minuten terug zijn. Maar dat was al te lang. Yudhi belde dat ze al begonnen waren en toen we aankwamen was het al gebeurd. 6 Buffels hadden het mes op de keel gekregen en lagen dood verspreid over de binnenplaats. Het was een bizar zicht en er gebeurde veel. Mannen hakten erop los om zoveel mogelijk vlees te veroveren. Ook honden deden mee. De huiden van de dieren gingen er als eerste af waardoor je duidelijk nog spierreflexen zag van de zojuist gedoodde dieren. Overal lag bloed en er werd flink gehakt. Binnen enkele minuten was er van 1 nog maar een geraamte en een hoofd over. Ook een varken heeft eraan moeten geloven en trok een sleepspoor van 20 meter bloed tot aan de gril. De kinderen spelen alsof er niks gebeurd is. 
Later die dag beklommen we de berg die uitzicht bied over de kleine stad. Daarna was het alweer tijd om te gaan schuilen voor de regen. 

Dinsdag konden we iets meer uitslapen voordat de begrafenis verder ging. Om 12 uur waren we terug in het Toraja dorpje. Precies op tijd, de families waren net klaar met lunchen. Ik gok dat ze buffel aten. Op een flauwgevallen emotionele vrouw na was de sfeer vrolijk en was er weinig tijd voor emotie. Er moest ook gewerkt worden. Er werden naar in mijn ogen levensgevaarlijke kapriolen uitgehaald om de houten constructies op een pickup-truck te tillen. 8 mannen op slippers en een rijdende laadbak met heel wat kilo's boven hun hoofd. Ik zag kansen genoeg om een nieuwe peperdure begrafenis bij te wonen over een paar jaar. De begrafenisstoet bestond uit zo'n 20 brommers, gevolgd door 3 pickup-trucks met de houten decoraties en juichende mensen. En dan ons, de 3 fotograferende toeristen die er tussendoor renden. Een stukje verderop werden er tussen wat elektriciteitskabels weer halsbrekende toeren uitgehaald om de kisten te verplaatsen. Er ging een deur dicht achter de kist en toen was het, voordat ik het doorhad, afgelopen. Die deur gaat pas weer open als er weer een buffel wordt geofferd.

In de avond vertrokken Yudhi en ik in de nachtbus naar Makassar. Geen van onze contacten daar was bereikbaar of kwam beloftes na. Dus van 4 uur 's ochtends tot 24 uur 's nachts waren we genoodzaakt om te zwerven. We gingen voor openingstijd naar het winkelcentrum om daar de eerste film te bekijken. De rest van de dag hingen we op straat, in de zon, met bepakking. Het was niet mijn meest favoriete dag van mijn reis. Om 24 uur ging de pelniboot naar Balikpapan (Borneo). Deze reis duurde zo'n 22 uur, met een tussenstop in Pare Pare, waar onze bus uit Toraja ook stopte. Als we dat wisten konden we ons een dag besparen. Dat heeft Patricia ook gedaan, die toen instapte. Patricia (Uruguay) kende ik al van mijn vorige Pelni-boot avontuur. 

Donderdag avond Kwam ik met Yudhi aan in Balikpapanen werden we opgewacht door Fery, onze couchsurf host. Terwijl Fery en Yudhi op de grond gingen liggen in het kleine kamertje, stonden ze erop dat ik het nam. Moeilijk nee zeggen na een nacht in een bus en een nacht in een boot. In de nachten daarna hebben we afgewisseld wie op de grond mocht liggen. 

Vrijdag gingen Yudhi en ik op pad terwijl Fery moest werken. We bezochten een krokodillenpark. Niet duur, maar weggegooid geld. Zielige dieren met veel te veel in een onnatuurlijke omgeving. We konden nog meer geld naar de krokodillen vergooien in de vorm van een kip. Dat heb ik maar gelaten, deze plek verdient mijn geld niet. Verder zochten we die dag naar een toer door de jungle, maar dat was al te laat op dit moment van de dag. We gingen wel nog naar een beren verblijf. Deze mishandelde dieren zijn gered en werden hier opgevangen. Ze zaten er veel beter op hun plek dan de krokodillen van vanochtend. Ze werden zo goed beschermd dat ze nauwelijks zichtbaar waren in hun prive bos. Vanuit hier reden we een heel stuk het regenwoud in. Ook hier waren we te laat. Zo laat dat er geen beveiliging meer was om onze tickets te controleren. Er was ook niemand om tickets te verkopen dus liepen we maar gratis het bos in. Tussen 3 gigantische bomen is een touwbrug gespannen. Dit was de attractie waar we eigenlijk een ticket voor nodig hadden. Het gaf een prachtig uitzicht over ongerepte natuur tot in de verste verte. Ook de geluiden zijn prachtig. Insecten zijn het luidste en ook een stuk groter dan ik gewend ben. Ze zijn ook luider dan de apen en vogels die overal te horen zijn. Na dit adembenemende moment hadden we genoeg gezien en gingen we koken. Koken ja. Voor de eerste keer deze reis.

Zaterdag ochtend probeerden we de toer die we gisteren wilden nemen opnieuw. We werden door 2 gidsen een pad op geleid. 2 uur lang door de jungle. Ik zag bijzondere bomen, en de bebossing is erg dicht. In de middag gingen we naar een mangrove waar we een boottocht door de jungle wilden maken. Maar dit kon pas vanaf 16 uur. We gingen maar even naar huis. Daar viel ik in slaap. In het regenwoud is het zo benauwd dat je snel vermoeid raakt. We besloten om thuis te blijven. 's Avonds gingen we wel uit, maar het nachtleven valt tegen. We zochten naar een club die mijn Lonely Planet aanraadde, maar deze bleek al niet meer te bestaan. 

Zondag ging ik met Yudhi naar het strand. Helaas plakte je tijdens het zwemmen vol met afval. Het strand was wel redelijk schoon. In de middag gingen we rond 16 uur naar de mangrove voor de ietwat prijzige boottocht. Gelukkig hoefden we nergens voor de betalen. Wel werden we aan het werk gezet. We werden 2 boten vol met zwangere krabben geladen. Kratten vol, honderden krabben. Volgens een nieuwe wet mogen zwangere krabben niet meer gevangen worden om zo de populatie op orde te houden. Deze krabben moesten nu door de overheid worden uitgezet, en wij mochten ze helpen. De krabben moeten een voor een worden losgeknipt en in het water worden gegooid. Het zijn pittige dames met scherpere scharen dan de schaar die ik in mijn hand had, heb ik helaas mogen voelen. Na het zien van de dode buffels voelt het alsof ik weer enigszins iets heb  rechtgezet in het dierenrijk. Onzin natuurlijk, want alles wat nu geboren kan worden, kan weer gevangen worden. De mangrove zelf stelde trouwens niet heel veel voor, dus het was maar goed dat we iets te doen hadden. 

's Avonds was mijn laatste avond in Indonesie. Dat heb ik met Yudhi en Fery gevierd in de meest populaire uitgaansgelegenheid. Jawel, de kareokebar.

Ik was graag langer gebleven in Borneo, maar mijn visum ging verlopen en de grens naar het Maleisische deel van Borneo is moeilijk en duur om over te steken.

Dus maandag vloog ik naar Kuala Lumpur, Maleisie. In het vliegtuig zat dezelfde Patricia als in beide pelniboten. We besloten om samen (Yudhi, Patricia en ik) een hostel te zoeken. Het vliegveld lag ver buiten de stad, maar gelukkig hebben ze hier goede wegen. Ik had nooit gedacht dat ik zo blij kon worden van snelwegen. Met Indonesie achter de rug is deze manier van transport toch wel weer prettig. Ook de stad is super modern. Er zijn ook echte stoepen waardoor je gewoon kunt rondlopen zonder het verkeer op te hoeven houden. Het zijn soms kleine dingen die je in een luxe plek kunnen bewonderen. Nee, in Indonesie bestaan er geen stoepen die je kunt vertrouwen. De arme kindjes in Indonesie zullen nooit weten hoe het is om stoeprandje te spelen zonder de bal in het riool te verliezen. In Maleisie is het Engels ook stukken beter. Er is nog veel meer, maar daarover lees je de volgende keer.

Foto’s

1 Reactie

  1. Susan smeets:
    15 mei 2015
    Dankjewel Stephan, dat we van jouw prachtige verhalen mogen mee genieten, en te ervaren door jou, dat er op heel veel plekken in de wereld een heel ander verhaal aan de orde is dan bij ons, in ons " beschermde" Nederland. Nog heel veel plezier op je verdere reis. Groetjes Susan