Van het paadje af.

14 april 2015 - Batu Layar, Indonesië

Vorige week vrijdag kwam ik met Yudhi, Christian en Luca aan op Bali. Kuta om precies te zijn. Ik had er bij aankomst meteen het gevoel van een 2e luctuurshock. Waar op Java het meerdendeel uit moslims bestaat wordt er op Bali meer het boeddhisme en hindoeisme gevolgd. Maar wat het aller meest wordt uitgeoefend is het toerisme. En dat brengt veel verschillen met zich mee. In tegenstelling tot Java is alcohol makkelijk te verkrijgen, zijn condooms kassakoopjes en men kleedt zich op het weer. Minder lichaamsbedekking dus. Er wordt hier een stuk minder aan de regels gehouden. Zowel die van de overheid als die van de religie. Er komt geen gezang meer uit de moskeeën. Van sommige dingen is het moeilijk on te weteb of ze echt zijn (taxi's, traditionele kunst of voeding, souvenirs, vrouwen) en ik voel me snel voor de gek gehouden. In Java werd ik veel nagekeken en vrolijk nageroepen. "Hey mister. Where are you from?". Hier val ik niet zo op en word ik, met vele andere blanken, met monotome stem nageroepen. "Taxi", "massage", "transport", "motorbike" en op fluistertoon "hashish, marijuana". Toch is het fijn om weer wat bekendere dingen tegen te komen, zoals wc's, douche, pizza en alcohol. En er wordt hier erg goed engels gesproken.

Kuta heeft niet veel te bieden. Het is een typische vakantiebestemming waar overdag op het strand wordt gelegen of gesurft. 's Avonds wordt er flink gefeest in de clubs. We waren met ons vieren nog minder actief omdat we 2 gewonden bij ons hadden sinds Ijen. Yughi liep moeilijk en Christian kon zijn hand niet gebruiken. We hebben kunnen ontspannen in ons hotel, genoten van het eten en drinken en ik ben één keer de zee in geweest. Ook het uitgaan was bij ons ingetogen, omdat drankjea hier best prijzig zijn. Dit verhaal heeft zijn titel dus niet aan het nachtleven in Kuta te danken.

Zaterdag moest Yudhi al terug naar Jakarta en bleef ik nog met de rest in Kuta hangen. Op dinsdag waren we wel toe aab actie, maar het openbaar vervoer in Bali in belabberd. We wisten niet waar we het beste en goedkoopste konden verblijven. Uiteindelijk huurden we een auto met chauffeur. Hij bracht ons in een dag naar de bezienswaardigheden die we in zuid Bali gezien wilden hebben. Uluwatu is een tempel op een klif. Die hebben we bezocht, al viel er weunig te zien. De aapjes die daar rondliepen waren interessanter. Binnen 5inuten had er een mijn zonnebril gejat. Het ergste daarvan vond ik dat ik mijn camera niet op tijd aan kreeg om hem te schieten met mijn bril op zijn neus.
Dinsdag avond bracht de chauffeur ons naar Ubud (midden Bali) waar ik, los van Luca en Christian, bij Jessica (couchsurfing) verbleef. In Ubud lopen ook veel blanken rond, maar die lijken hier voor langere tijd te blijven. Yoga fanaten, gelukszoekers en geluksvinders.

Woensdag ging ik naar het monkeyforrest om nog meer aapjes te ziens. 's Avonds had ik weer pizza en een biertje. Later in de avond kreeg ik bericht van thuis dat mijn oma is overleden. Dat kwam totaal niet onverwacht, maar toch moeilijk op zo'n afstand van familie. De sfeer van de avond was om.

Donderdag bezocht ik met Luca, Christian dn Jessica's buurmeisje wat rijstvelden en tempels in de buurt. Jessica zelf werkt iedere dag tot laat in de avond in een architectenbureau. Tegen zonsondergang bekeken we een reigertrek die iedere avond bij alleen typische bomen plaatsvindt. 's Avonds gingen we naar de Ubud community waar vreemde talenkennis uitgewisseld kon worden.

Vrijdag had ik toch even behoefte om alleen te zijn. Met een getekende plattegrond van Jessica, en een echte kaart van haar buur, liep ik een wandelpaadje af tussen de rijstvelden. Lekker rustig, geen brommers, geen mensen, gewoon ik met mezelf, en mijn camera. De kaart klopte precies, alles kwam overeen met de omgeving. Totdat er een splitsing kwam naar een nieuwpaadje dat ik wilde volgen. Het pad leek wat verouderd, of de kaart was oud, want het klopte niet. Ik had weinig andere wegen om op te gaan. Het pad liep een bos in. Lekker beschut onder de bananenbladen dacht ik me koel te houden. Na een tijd werd het bos dichter, het pad smaller, de spinnenwebben werden groter. Soms moest ik over een balk van 30cm breed met rechts een beekje waar iets van slangetjes of adders in zwommen. Links zou ik eerst 10m omlaag vallen voordat ik iets van stromend water zou bereiken. Ondanks de beschuttibg kreeg ik het dus toch wel benauwd. Gelukkig vond ik na een acceptabele tijd een paadje dat op een rijstveld uitkwam. De zon stond op z'n hoogst. Behalve dat dat een hoop hitte betekent, zorgde het er ook voor dat ik me niet kon oriënteren op het noorden. Ik liep maar gewoon in de richting waar het bospad ook heen ging. Ubud stond op elektriciteit masten aangegeven, dat leek me wel een logische aanwijzing in de goede richting. Uiteindelijk bleek ik die dag niet alleen van het paadje af, ik was volledig van de kaart. Ik liep zo ver in de verkeerde richting dat ik in een dorp uitkwam dat niet op de kaart lag. Gelukkig krioelt het ook hier van de hulpvaardige neppe taxichauffeurs. Vanuit het centrum van Ubud liep ik naar 'huis', kocht onderweg een nieuwe zonnebril (een échte ray ban!), en rustte ik daarna goed uit. Ik zou namelijk de komende 24 geen slaap meer krijgen.

Vrijdag avond ging ik uiteten met Christian en Jessica. Dat was zo gezellig dat we liever een biertje pakten dan nog een uurtje te slapen. Om 00.30 werden Jessica en ik opgehaald door haar vrienden en collega's. Ik, als enige blanke, scheurde midden in de nacht met 12 locals naar Batur. Ik ging weer een berg op! Na een flinke klim waren we net op tijd boven voor een prachtige zonsopkomst. Daarna hebben we de hele ochtend gezocht naar de beste weg (lees: rotspartijen en zwarte lavavlakten) naar beneden. Onderweg terug naar Ubud deden we een ontbijtje in een restaurant. Tijdens deze pauze begon het te stortregenen. Toen dat verminderde naar gewone regen reden we nog een dik uur lang terug naar Ubud. Om 15 uur kon ik eindelijk een dutje doen.

Zondag kwam moeilijk op gang. De spierpijn, en het feit dat ik de volgende dag Bali zou verlaten, gaven Jessica en ik het idee om voor een massage te gaan. Een traditionele Balinese. Voor Rp10.000 extra nam ik er een warme douche bij. Mijn eerste warme douche sinds weken. Heerlijk! Om in de Balinese sferen te blijven reden we met z'n tweeën in de avond naar een kustplaats waar een yogafestival plaatsvond. We waren nog net op tijd voor de afluitende band. Die heeft onze vers gemasseerde benen weer goed aan het werk gezet. Op blote voeten dansten we op het strand op een Puerto Ricaanse band met reggae/samba muziek.

Een mooie laatste dag op Bali. Nu ik dit schrijf in het maandag. Ik zit op de boot naar Lombok. Voor het eerst ben ik alleen en wacht er geen couchsurfhost op me. Een hele nieuwe start.

Foto’s